maandag 19 mei 2014

Károlyné Hetényi-Varga: Onder een schuilnaam voor Christus

  
                                                (Vader Imre Jancsó rechtsonder)

We lezen vaak over hoe tijdens de donkerste jaren van het communisme de politieke politie kerkelijke personen arresteerde. Echter, is er maar één verhaal bekend dat een priester zijn arresteerders opsloot.
Imre Jancsó was op 29 november 1919 geboren te Tápiószele als oudste in een gezin van 6 kinderen. Op 16 juni 1946 werd hij in de kathedraal te Vác door Mgr. József Pétery tot priester gewijd. Eerst werd hij in zijn geboorteplaats, Tápiógyörgye, benoemd als kapelaan. Hier was een bloeiende parochie, met een Credo vereniging, meisjes- en jongenscongregatie en verschillende andere katholieke jeugdverenigingen, Rozenkransgroep etc. maar tevens ook een bloeiend sociaal leven rondom de parochie. In 1947 werden – onder de druk van de communisten, die door het voor hen gunstig veranderen van het kiesstelsel en door middel van valse stembiljetten de meeste stemmen heeft gehaald tijdens de verkiezingen in dat jaar – de eerste stappen gezet om de verplichte catecheselessen op scholen af te schaffen en i.p.v. de facultatieve catecheselessen in te voeren.  De wetsvoorstel hiervoor werd ingediend door een van de prominente leden van een rechtse partij, de minister van onderwijs, die in het geheim echter lid was van de communistische partij(Gyula Ortutay)
Kardinaal Mindszenty heeft tot protest opgeroepen. Ook vanuit Tápiógyörgye werden ontelbare protesttelegrammen naar het adres van de regering gestuurd. De communisten voerden een hevige propaganda, om de mensen te beïnvloeden. Op 25 maart na de litanie werd een bijeenkomst georganiseerd door hen vlakbij  de kerk. Hoofdspreker was een man in priesterkleding die zichzelf “vrij katholieke priester “ noemde en communistische propaganda bedreef. Vader Imre stapte op hem af en vroeg hem of het waar was of hij eigenlijk helemaal geen priester was. De oplichter werd ontmaskerd, de commotie was groot.
Vanwege deze en andere incidenten achtte zijn bisschop het verstandiger om hem over te  plaatsen naar een andere parochie, in een grotere stad. De parochie in Kecskemét was een veel grotere parochie, dus de overplaatsing betekende eigenlijk een promotie. Vanwege een preek moest hij zich melden bij de politie. Hij werd beschuldigd dat hij heeft opgeroepen om de nationaliseringen te boycotten.
Op 16 juli 1948 werden alle confessionele scholen genationaliseerd, maar de catecheselessen werden niet meteen verboden.  In oktober begon de stemmingmakerij tegen kardinaal Mindszenty, de communisten eisten zijn arrestatie. Van vader Imre (Emerich) werd het gerucht verspreid dat hij de plaatselijke “agent” van de kardinaal was. Op 6 december werd er een grote demonstratie georganiseerd tegen de kardinaal, maar op school heeft iemand in een klas op het bord geschreven: Lang leve kardinaal Mindszenty! Hiervoor werd vader Imre ter verantwoording geroepen, waarop hij droogjes antwoordde: “Er is tenslotte vrijheid van meningsuiting…”
Dit bleef niet zonder consequenties. Hij vertelt: Op 8 december 1948 (ik heb nooit verwacht dat dit mooie Mariafeest zo’n wending voor mij persoonlijk met zich meebracht). De andere godsdienstleraar en ik zaten aan de maaltijd toen er werd aangebeld. Ik deed de deur open. Twee mannen met leren jassen en bruine schoenen aan - het typische uniform van de geheime politie - stonden voor de deur. Ze kwamen binnen en zeiden dat ze me wilden arresteren en hebben me het arrestatiebevel overhandigd. Zonder een woord heb ik mijn jas gepakt, mijn brevier in mijn jaszak gestopt en ik zei dat we konden vertrekken.
Omdat ik de toog droeg, heeft de majoor me bevolen om burgerkleding aan te doen. Ik antwoordde hem dat ik in deze toog gewijd was en ze me maar zo mee moesten nemen. Na een kort overleg  verliet één van het huis, en de ander nam plaats op een stoel en wachtte. Het waren spannende momenten. Ondertussen probeerde ik met alle macht bedenken wat ik moest doen. De deurbel ging weer en toen is de belofte van Jezus in vervulling gegaan: “Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen” Mt 10:19
Mij werd het niet alleen ingegeven wat ik moest zeggen, maar ook wat ik moest doen! Ik ging naar de voordeur. Toen kreeg ik een stoutmoedige idee, hoogstwaarschijnlijk ingegeven door de Geest: ik deed de deur open en deed tegelijkertijd de sleutel meteen in het slot aan de buitenkant. De politieman, die ik binnenliet, merkte er niets van. Hij kwam binnen en ik glipte achter zijn rug snel naar buiten en deed de deur van buiten op slot. Zo werd het mij gegeven dat ik twee boeven mocht vangen in mijn eigen huis.”
Terwijl in het huis men naarstig op zoek was naar een tweede sleutel, was de priester al ver weg. Van een bevriend familie kreeg hij burgerkleding en in de nacht is hij naar het westelijke deel van Hongarije gevlucht.

Bron tekst en foto: Katolikus Kalendárium 2014





Geen opmerkingen:

Een reactie posten