(Vader Imre Jancsó rechtsonder)
We lezen vaak over hoe tijdens de donkerste jaren van het communisme de politieke politie kerkelijke personen arresteerde. Echter, is er maar één verhaal bekend dat een priester zijn arresteerders opsloot.
Imre Jancsó was op
29 november 1919 geboren te Tápiószele als oudste in een gezin van 6 kinderen. Op 16
juni 1946 werd hij in de kathedraal te Vác door Mgr. József Pétery tot priester
gewijd. Eerst werd hij in zijn geboorteplaats, Tápiógyörgye, benoemd als kapelaan. Hier was
een bloeiende parochie, met een Credo vereniging, meisjes- en
jongenscongregatie en verschillende andere katholieke jeugdverenigingen, Rozenkransgroep etc.
maar tevens ook een bloeiend sociaal leven rondom de parochie. In 1947
werden – onder de druk van de communisten, die door het voor hen
gunstig veranderen van het kiesstelsel en door middel van valse stembiljetten
de meeste stemmen heeft gehaald tijdens de verkiezingen in dat jaar – de eerste
stappen gezet om de verplichte catecheselessen op scholen af te schaffen en i.p.v.
de facultatieve catecheselessen in te voeren.
De wetsvoorstel hiervoor werd ingediend door een van de prominente leden
van een rechtse partij, de minister van onderwijs, die in het geheim echter lid
was van de communistische partij. (Gyula Ortutay)
Kardinaal Mindszenty heeft tot protest opgeroepen. Ook vanuit
Tápiógyörgye werden ontelbare protesttelegrammen naar het adres van de regering
gestuurd. De communisten voerden een hevige propaganda, om de mensen te beïnvloeden.
Op 25 maart na de litanie werd een bijeenkomst georganiseerd door hen
vlakbij de kerk. Hoofdspreker was een
man in priesterkleding die zichzelf “vrij katholieke priester “ noemde en
communistische propaganda bedreef. Vader Imre stapte op hem af en vroeg hem of
het waar was of hij eigenlijk helemaal geen priester was. De oplichter werd
ontmaskerd, de commotie was groot.
Vanwege deze en andere incidenten achtte zijn bisschop het verstandiger
om hem over te plaatsen naar een
andere parochie, in een grotere stad. De
parochie in Kecskemét was een veel grotere parochie, dus de
overplaatsing betekende eigenlijk een promotie. Vanwege een preek moest hij zich
melden bij de politie. Hij werd beschuldigd dat hij heeft opgeroepen om de nationaliseringen
te boycotten.
Op 16 juli 1948 werden alle confessionele scholen genationaliseerd, maar
de catecheselessen werden niet meteen verboden.
In oktober begon de stemmingmakerij tegen kardinaal Mindszenty, de
communisten eisten zijn arrestatie. Van vader Imre (Emerich) werd het gerucht
verspreid dat hij de plaatselijke “agent” van de kardinaal was. Op 6 december
werd er een grote demonstratie georganiseerd tegen de kardinaal, maar op school
heeft iemand in een klas op het bord geschreven: Lang leve kardinaal
Mindszenty! Hiervoor werd vader Imre ter verantwoording geroepen, waarop hij
droogjes antwoordde: “Er is tenslotte vrijheid van meningsuiting…”
Dit bleef niet zonder consequenties. Hij vertelt: Op 8 december 1948 (ik
heb nooit verwacht dat dit mooie Mariafeest zo’n wending voor mij persoonlijk
met zich meebracht). De andere godsdienstleraar en ik zaten
aan de maaltijd toen er werd aangebeld. Ik deed de deur open. Twee mannen met
leren jassen en bruine schoenen aan - het typische uniform van de geheime
politie - stonden voor de deur. Ze kwamen binnen en zeiden dat ze me wilden
arresteren en hebben me het arrestatiebevel overhandigd. Zonder een woord heb ik
mijn jas gepakt, mijn brevier in mijn jaszak gestopt en ik zei dat we konden vertrekken.
Omdat ik de toog droeg, heeft de majoor me bevolen om burgerkleding
aan te doen. Ik antwoordde hem dat ik in deze toog gewijd was en ze me maar
zo mee moesten nemen. Na een kort overleg verliet één van het huis, en de ander nam
plaats op een stoel en wachtte. Het waren spannende momenten. Ondertussen probeerde
ik met alle macht bedenken wat ik moest doen. De deurbel ging weer en toen
is de belofte van Jezus in vervulling gegaan: “Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen” Mt
10:19
Mij werd het niet alleen
ingegeven wat ik moest zeggen, maar ook wat ik moest doen! Ik ging naar de
voordeur. Toen kreeg ik een stoutmoedige idee, hoogstwaarschijnlijk ingegeven
door de Geest: ik deed de deur open en deed tegelijkertijd de sleutel meteen in
het slot aan de buitenkant. De politieman, die ik binnenliet, merkte er niets
van. Hij kwam binnen en ik glipte achter zijn rug snel naar buiten en deed de
deur van buiten op slot. Zo werd het mij gegeven dat ik twee boeven mocht
vangen in mijn eigen huis.”
Terwijl in het huis men
naarstig op zoek was naar een tweede sleutel, was de priester al ver weg. Van
een bevriend familie kreeg hij burgerkleding en in de nacht is hij naar het
westelijke deel van Hongarije gevlucht.
Bron tekst en foto: Katolikus Kalendárium 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten