János Melocco is op 26 december 1909 in Fiume (het huidige Rijeka) geboren. Hij heeft
zijn doctoraat aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Péter Pázmány
Katholieke Universiteit behaald in 1932. Daarna werd hij binnen korte tijd een bekende en erkende
„mediapersoonlijkheid” van zijn tijd; hij werkte bij het Hongaarse nieuwsagentschap MTI, bij de Hongaarse radio en bij een Duitstalig tijdschrift. Zijn laatste
werkgever was de na het oorlog opgerichte katholieke weekblad Új Ember. In zijn geschriften heeft hij
consequent de onder leiding van Mátyás Rákosi staande communisten getrotseerd,
die naar de totale macht streefden in Hongarije. (En die in 1948-49 ook daadwerkelijk de macht hebben gegrepen).
János Melocco werd op 10 september 1950 door de geheime politie op de trein van
Záhony naar Boedapest gearresteerd en werd tijdens een schijnproces met de
valse beschuldiging van spionage door de militaire rechtbank van Boedapest ter
dood veroordeeld. Op 22 februari 1951 werd hij geëxecuteerd in de gevangenis
aan de Mártírok straat in Boedapest. Zijn gezin (hij was vader van 4 kinderen)
kreeg pas 1 maand later, precies op Goede Vrijdag het bericht over het
uitvoeren van het vonnis.
In het licht
van de huidige anti-christelijke ontwikkelingen in Europa is zijn open brief
aan de hoofdsecretaris van de Hongaarse filmvakbond (gepubliceerd in het Uj
Ember op 21 maart 1948) tekenend als niet profetisch:
Aanleiding van
de open brief was het feit, dat de secretaris van de vakbond voor filmmakers zijn zorg heeft uitgesproken over de te
grote rol dat het kruisbeeld in maar liefst twee nieuwe Hongaarse films zou
spelen. De secretaris spreekt zijn zorg uit, dat „hiermee weer een tijdperk
begint, dat met het triomf van de hakenkruis zal eindigen”. János Melocco bewijst in zijn open brief dat „ het
tijdperk waarin het hakenkruis kon triomferen juist doeltreffend werd
voorbereid door het laten verdwijnen van het kruisbeeld uit het openbare leven,
waardoor in de ziel van de mensen slechts een grote leegte overbleef. Deze grote leegte werd
ingevuld door een ander, kwaadardig symbool.”
Hij waarschuwt: „De vrede in dit land
wordt niet bedreigd door diegene, die het kruis in films, standbeelden, posters
of romans uitbeelden of in wetteksten opnemen, maar de vrede wordt
bedreigd door diegenen, die het juist willen verwijderen. Het kruis is sinds
duizend jaar een integraal deel
van het leven van de mensen in Hongarije. Dit kan men niet zomaar uitwissen,
niet uit films en ook niet uit andere aspecten van ons leven.„
Op de
gedachtenisplaat, die ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag
ingehuldigd werd, staan de woorden van „de motivering” van zijn doodvonnis
ingebeiteld: Ontwikkeld, derhalve
gevaarlijk. De voorzitter van de Hongaarse Katholieke
Journalistenbond heeft hierover het volgende gezegd in zijn toespraak in 2009
bij de inhuldiging: Ja, ook tegenwoordig
is het gevaarlijk als iemand ontwikkeld, geleerd, en gelovig is en zich aan een
zaak gebonden weet. Ja, hij is gevaarlijk, omdat uit al deze dingen
vrijheid voortvloeit. En juist om deze
reden hebben wij ook tegenwoordig zulke „gevaarlijke” mensen, meer dan ooit,
nodig.”
Bron foto: Magyar
Kurír
http://ujember.katolikus.hu/Archivum/010311/0602.html