zondag 3 maart 2013

Zwerver voor God, vader Stefaan Regőczi is thuisgekomen


 
 
Op de avond van 28 februari, om 21:30 h is vader Stefaan Regőczi, pastoor van de eerherstel kapel van de heilige Maagd Maria te Boedapest in zijn 98e levensjaar, na een geduldig gedragen lijden,  overleden.


Stefaan Regőczi werd geboren op 5 oktober 1915 in een eenvoudige molenaars  familie. Hij heeft zijn priesterstudies in het grootseminarie Brugge gevolgd. Op 28 maart 1943 werd hij tot priester gewijd. In 1945 keerde hij terug naar Hongarije.

Eerst was hij kapelaan en godsdienstleraar in Máriaremete, later kreeg hij een benoeming in Vác en stichtte daar het weeshuis van de Arendsjongskens voor meer dan 300 oorlogswezen. Zoals alle andere kerkelijke verenigingen en instellingen werd het weeshuis in 1949 door het communistische regime genationaliseerd.  Omdat hij tegen de confisquering verzette - hij wist dat de nationalisering het einde van de godsdienstige opvoeding voor zijn weeskinderen betekende -, werd hij naar kamp Kistarcsa geïnterneerd. Na zijn vrijlating in 1953 werd hij pastoor in Máriabesnyő waar hij naast zijn pastorale werk opnieuw een kindertehuis oprichtte voor zijn weeskinderen uit Vác en ook voor andere weeskinderen. Hij werd in 1957 opnieuw gearresteerd. Na het verschijnen van zijn boeken in Vlaanderen  (Mijn Arendsjongskens, Arendsjongskens in de storm, We kunnen niet zwijgen)  werd hij in 1969 voor “illegale persactiviteiten” weer gearresteerd en hij werd veroordeeld tot 23 maanden tuchthuisstraf. Hij heeft in totaal zes jaar in communistische gevangenissen doorgebracht.

Na zijn vrijlating werd hij hulp-kapelaan in Pestszentlőrinc en begon in de 12 arrondissement een vervallen Mariakapel,  - waarvan de sloop werd overwogen -  te renoveren. Naast het kapel bouwde hij pelgrimshuis “De berg Tabor”. De kapel en het pelgrimshuis werden het centrum van eerherstel in Hongarije.  Na een tijdje werd het kapel te klein en in 1991 kreeg hij eindelijk een vergunning om een grotere stenen kapel te bouwen. Het werd ingewijd door hulpbisschop Katona van het bisdom Vác. De Mariakapel is vandaag een plaats van aanbidding, eerherstel, dankzegging en gebed.

Stefaan Regőczi was sinds 1992, vanaf het moment dat hij ereburger van de stad Vác werd, 10 jaar lang ook pastoor in Vác, niet ver van de gevangenis, waar hij decennialang als aalmoezenier diende.
Voor zijn levenswerk werd hij met de Hongaarse Patrimonium Prijs en de Parma Fidei (Het schild van het geloof) Prijs onderscheiden.

 Zijn biografie verscheen onder de titel “Een zwerver voor God” bij uitgeverij Tabor in 1990.
 
Tientallen jaren lang verzamelde hij weeskinderen rond zich heen en heeft samen met hen weeshuizen, kerken en kapellen gebouwd. Deze activiteiten kregen aanzienlijke financiële steun uit België. De Hongaarse communistische autoriteiten hebben  echter de kerkelijke autoriteiten onder druk gezet en zodoende moest hij bijna elk jaar ergens anders opnieuw beginnen met zijn pastorale werk. Na 1968 kreeg hij helemaal geen officiële pastorale aanstelling meer.

 
 
Hij financierde de studies van 10 seminaristen, bouwde zeven kerken, en voedde driehonderd weeskinderen op, zijn boeken ( elf boeken geschreven in het Hongaars en vijf in het Vlaams) werden een succes. Met zijn onwankelbaar geloof en doorzettingsvermogen droeg hij nog op de leeftijd van 94 jaar in zijn kapel dagelijks de heilige Mis op.

Vader Stefaan Regőczi overleed tijdens de gebedswake voor een nieuwe pauskeuze in zijn kapel.
De H.Mis ten uitvaart van vader Stefaan Regőczi wordt op zaterdag 9 maart in de Sint Stefanusbaziliek in Boedapest gehouden, waarna hij ten ruste wordt gelegd bij zijn geliefde kapel in Boeda.